SV | Toen zeide Absalom: Zo niet, laat toch mijn broeder Amnon met ons gaan. Maar de koning zeide tot hem: Waarom zou hij met u gaan? |
WLC | וַיֹּ֙אמֶר֙ אַבְשָׁלֹ֔ום וָלֹ֕א יֵֽלֶךְ־נָ֥א אִתָּ֖נוּ אַמְנֹ֣ון אָחִ֑י וַיֹּ֤אמֶר לֹו֙ הַמֶּ֔לֶךְ לָ֥מָּה יֵלֵ֖ךְ עִמָּֽךְ׃ |
Trans. | wayyō’mer ’aḇəšālwōm wālō’ yēleḵə-nā’ ’itānû ’amənwōn ’āḥî wayyō’mer lwō hammeleḵə lāmmâ yēlēḵə ‘immāḵə: |
Toen zeide Absalom: Zo niet, laat toch mijn broeder Amnon met ons gaan. Maar de koning zeide tot hem: Waarom zou hij met u gaan?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen zeide Absalom: Zo niet, laat toch mijn broeder Amnon met ons gaan. Maar de koning zeide tot hem: Waarom zou hij met u gaan?
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!